Hervormde Kerk Ferwoude
Ferwoude
De bijzondere kleuren vallen je als eerste op aan de Hervormde Kerk van Ferwoude. Ze trekken je aandacht naar deze plek, waar al in de 13e eeuw een kerk stond.
Neem alvast een kijkje
Bekijk alle 4 foto's
De bijzondere kleuren vallen je als eerste op aan de Hervormde Kerk van Ferwoude: het zachte geel van de buitenmuren, het diepe blauw van de houten klokkentoren en ook de steenrode accenten bij vensters en deuren. Ze trekken je aandacht naar deze plek, waar al in de 13e eeuw een kerk stond. In 1762 werd die afgebroken. De oude tufsteen vond zijn weg naar de cementindustrie van Makkum.
De gevelsteen boven de vroegere ingang in de zuidgevel noemt 1767 als bouwjaar van de huidige kerk en gedenkt betrokken hoogwaardigheidsbekleders. In 1877 zijn de buitengevels bepleisterd en kreeg het godshuis ook zijn gele kleur. Het kleine aangebouwde voorportaal aan de westkant is van hetzelfde jaar.
Bij binnenkomst betreed je een sober en rustig interieur. Met een contrastrijk kleurenschema - met een blauwgeschilderd houten gewelf en bijna oranje afgelakte koorbanken - dat hier goed tot zijn recht komt. Tegen de zuidwand zie je een oude herenbank met een familiewapen. Het opschrift ‘Ferwouder Meer Bank’ verwijst naar het later drooggelegde meer dat vroeger in de nabijheid van het dorp lag. Dankbare katholieke Limburgers boden de gedenksteen aan die je in het voorportaal vindt. Hij herinnert aan hun gastvrije ontvangst in Gaast en Ferwoude tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een soortgelijke steen kun je bewonderen in de Hervormde Kerk van Gaast.
-
Pingjum in puin
Pingjum in puin
Afgezien van een aantal spannende eerste oorlogsdagen in mei 1940 komt Pingjum rustig de bezetting door. In de aprildagen van 1945 verandert die situatie dramatisch. De terugtrekkende Duitse Wehrmacht vecht tegen het oprukkende Canadese leger met Pingjum als strijdtoneel...
Als in het voorjaar van 1945 duidelijk wordt dat de Duitse bezetter aan de verliezende hand is, vluchten veel leden van de Duitse Wehrmacht, landwachters en NSB’ers naar het westen. In Friesland begint op 12 april, vanaf oostelijke zijde een ‚grote trek‘ over de Afsluitdijk. Drie dagen later nestelt zich een groep Duitse scherpschutters in Pingjum. Ze moeten de Afsluitdijk met terugtrekkende Duitse troepen verdedigen tegen de oprukkende Canadese.
Witmarsum wordt op 16 april door de Canadezen bevrijd. In het nabijgelegen Pingjum weigeren de Duitse soldaten te capituleren. Daarop openen de Canadezen het vuur en leggen gedurende een nacht en een dag een tapijt aan mortiersplintergranaten over Pingjum. Het merendeel van de bevolking vlucht naar het naburige Arum dat reeds bevrijd is.
Wanneer de Duitsers een tweede ultimatum voor overgave negeren, volgt nog een aanval waarbij het dorp nagenoeg met de grond gelijkgemaakt wordt. Pas op 17 april rond half tien ‘s avonds arriveren de eerste groepen van de Queens Own Riffles of Canada en daarmee is het totaal gehavende Pingjum bevrijd.
-
