Wintergasten in Friesland
Vogels spotten in de winter
In de winter is het dé tijd in Friesland om wintergasten te verwelkomen: de vogels die in Friesland overwinteren. De IJsselmeerkust, bossen in Gaasterland en de plas-dras gebieden in de Greidhoek zijn mooie gebieden om deze vogels te spotten. Vanuit één van de vele vogelkijkhutten die Waterland van Friesland rijk is kun je ze rustig en uit de wind bespieden. Neem warme koffie of poeiermolke (chocolademelk) mee en doe fijne thermokleding aan om warm te blijven. Welke van deze wintergasten spot jij door je verrekijker of telelens?
Ganzen
Van de 2 tot 2,5 miljoen ganzen die in Nederland overwinteren, verblijven er zo’n 600.000 tot 700.000 in Friesland. Het grootste deel daarvan gaat specifiek naar Zuidwest Friesland. Een wandeling of fietstocht geeft ’s winters dan ook bijna ‘ganzengarantie’. De ganzen die hier overwinteren zijn afkomstig uit gebieden langs de poolcirkel: Nova Zembla, Spitsbergen, Scandinavië en Siberië. Het gaat voornamelijk om kolganzen, grauwe ganzen en brandganzen. Maar ook de zeldzamere kleine rietgans is hier te vinden, bijvoorbeeld bij Gaastmeer en Oudega (SWF). En zo heel af en toe is er een sneeuwgans, roodhalsgans, Indische gans of toendrarietgans te vinden. Een mooie plek om ganzen te spotten is bij zandplaat Steile Bank bij Oudemirdum. Hier is het uitzichtplateau ‘Seedykkykje’ in de buurt waarbij je uitkijkt over de Steile Bank.
Bezoek uitzichtplateau SeedykkykjeGrote zaagbek
Met de lange dunne snavel die voorzien is van getande randen is het niet moeilijk om te zien hoe deze eend aan zijn naam komt. Met deze ‘zaagbek’ grijpen ze graag vis om op te eten. Door de rij kleine tandjes ontsnapt de gevangen vis niet snel. Deze sierlijke vogels overwinteren ook in Friesland en broeden in het noorden van Scandinavië en Rusland. Met een spanwijdte van ongeveer 90 centimeter is de zaagbek met recht groot te noemen. In Friesland is het IJsselmeer een belangrijk overwinteringsgebied. Ga bijvoorbeeld naar vogelkijkhut De Ral bij Piaam. Hier heb je een mooi uitzicht over het IJsselmeer.
Bezoek vogelkijkhut De RalBrilduiker
Als broedvogel is de brilduiker in Nederland zeer zeldzaam. De kans is groter om deze vogel uit de familie van de eendachtigen in de winter te spotten. Dan overwinteren ze in Noordwest-Europa. Mannetjes zijn te herkennen aan een donkergroene kop met een witte vlek tussen oog en snavel, alsof hij een knijpbril op zijn snavel heeft. De vrouwtjes hebben deze bril niet. Gedurende de wintermaanden maken de mannetjes de vrouwtjes regelmatig het hof, in vogeltermen heet dit baltsen. Het verenpak van de mannetjes is dan het allermooist. De brilduiker mannetjes pronken, fluiten en spetteren heel wat af. Uiteindelijk kiest het vrouwtje voor de best pronkende partner, waarna de paring plaatsvindt. Brilduikers zijn vooral te vinden op het IJsselmeer in de Bocht van Molkwar. Vanuit Vogelkijkhut Swan heb je goed zicht.
Bezoek vogelkijkhut SwanSmient
De smient wordt door zijn kenmerkende roep ook wel fluiteend genoemd. De mannetjes roepen een vrolijk geluid wat klinkt als ‘wiéuw’. Deze mannetjes zijn ook nog eens prachtig om te zien. De kop is roodbruin met een heldergele kruinstreep. De borst is wijnrood, de rug en flanken zijn fijn grijs gestreept, onderbroken door een wit vleugelveld, de buik is wit en de onderstaart zwart. In de vlucht valt vooral het witte vleugelveld op. In Waterland van Friesland komt de smient vooral voor als doortrekker en wintergast. Alles wat ze dan zoeken, namelijk water en grassen, is hier volop aanwezig. Zoals de meeste eenden foerageren smienten vooral ’s nachts. Overdag slapen ze of rusten ze op open water. Smienten laten zich veel zien in de plas voor vogelkijkhut Skrins in de Greidhoek.
Bezoek vogelkijkhut SkrinsNonnetje
Zie je een vogel met een spierwit verenkleed, zwarte accenten en een kuif in een vorm van een kap? Dan heb je zeker te maken met een nonnetje, een mannetje welteverstaan. Het lijkt wel een nog gekleed voor de hoogmis. De vrouwtjes lijken wat meer op de brilduiker, maar dan met witte wangen. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw streek het nonnetje in november massaal neer op de randmeren van het IJsselmeer en het Markermeer. Er zijn er wel twintigduizend geteld in januari en februari. Die hoogtijdagen zijn voorbij, groepen van meer dan 250 worden zelden meer aangetroffen. Dat heeft alles te maken met de klimaatverandering waardoor de winters dichterbij de broedgebieden in Siberië en het noordelijk deel van Scandinavië ook niet meer zo koud verlopen. Vooral nonnetjes die op jacht zijn naar vis is een mooi schouwspel om te bekijken. Bezoek bijvoorbeeld vogelkijkhut De Mok bij Mirns om nonnetjes te kunnen spotten.
Bezoek vogelkijkhut De MokKeep
De keep lijkt op onze ‘gewone’ vink. In de winter verblijven Scandinavische kepen ook in Friesland. Kepen zijn net zo groot als vinken. Ze vallen vooral op door de combinatie van de witte buik en de oranje borst en vleugeldekveren. In de winter zien de mannetjes er nog mooier uit. Ze hebben dan lichte, roestbeige zomen aan de zwarte veren. Kepen zijn gek op afgevallen beukennootjes, daarom zijn ze vooral te vinden in beukenbossen. Wanneer je de hele dag in het Rijsterbos vogels wilt fotograferen kun je de fotohut huren bij van It Fryske Gea bij natuurfotograaf Han Bouwmeester. De hut beschikt over stroom, een USB-aansluiting, een hangstatief voor een camera, verwarming en een hoogwaardig spiegelglasraam. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon een wandeling maken door het Rijsterbos met een verrekijker om je nek.
Bezoek het RijsterbosWilde zwanen
De laatste jaren worden er steeds meer wilde én kleine zwanen in de winter gespot in Friesland. Wilde zwanen zijn veelal wintergasten en is even groot als de welbekende knobbelzwaan. De kleine zwaan is beduidend kleiner. Ze broeden op de toendra en bij meren in het Noorden van Rusland, Finland en Scandinavië en overwinteren onder andere in Nederland. Hier is veel grasland wat zo bemest wordt, dat er altijd jonge sappige sprietjes te knabbelen zijn. Wilde zwanen en kleine zwanen kun je goed herkennen aan de opvallende geel-zwarte snavel. Het geel is driehoekig en loopt voorbij de neusgaten naar de ogen. Bij de kleine zwaan is het gele deel kleiner dan bij de grote zwaan. Bij het Mirnserklif in Gaasterland werd er eens een groep van 250 wilde zwanen op het grasland gespot.
Bezoek het MirnserklifZeearend
Rondom Koudum en ook wel bij de kliffen van Gaasterland is de enorme zeearend te vinden. Geen wintergast, want de zeearend is honkvast en blijft het hele jaar thuis. De zeearend wordt ook wel een vliegende deur genoemd met een spanwijdte tot wel 244 centimeter!
-
Routes
-
Opwarmen
-
Ontdek Skrins