Reitse Spanninga neemt je mee naar Museum Joure
“Ik kom graag op de pake en beppe-dagen die ze organiseren”
Culinair producent en TV kok bij Omrop Fryslân Reitse Spanninga is dol op geuren. Hij koppelt belevingen en herinneringen aan een geur. Er ligt een groot stuk geschiedenis van zijn familie in Joure en ook in Museum Joure. Dit verhaal deelt hij graag.
“Mijn connectie met dit museum is groot. Het is verbonden aan mijn familie. Onlangs heeft hier een grote tentoonstelling plaatsgevonden van de fabriek Spanninga fietsverlichting, opgericht door mijn opa Hotse Spanninga. Het bedrijf bestond toen honderd jaar. Mijn opa ging op zijn achttiende met een lege buidel naar New York om daar het vak van edelsmid te leren. Hij ging aan het werk als diamantslijper bij Tiffany’s en kwam jaren later terug met $ 1.500,-. Het was echt zijn ‘American dream’. Eenmaal in Nederland ontwikkelde hij met zijn opgedane kennis reflectoren in combinatie met verlichting. Zo ontstond uiteindelijk Spanninga fietsverlichting en dit werd een succesvol bedrijf in Joure”.
De geur van koffie
“Vanuit het museum steken we de weg over naar het museumwinkeltje De Witte Os. Daar zie ik het boek liggen dat we uitgebracht hebben ter ere van het honderdjarig bestaan: ‘Het smeden van licht’. Even er doorheen bladeren. De foto van mijn opa en mijn vader die er later ook werkte staan erin. Geur is belangrijk voor mij. In het winkeltje kruip ik achter de toonbank en ruik ik allerlei geuren van snoep en thee. Ik pak een grote bus van de plank en haal het deksel er af. Heerlijk! Ik pak wat blaadjes van de earl grey thee die er in zit en ruik er aan. Wist je dat je de thee kunt laten indikken en er heerlijke bavarois van kunt maken? Ik houd niet van thee hoor, ik drink graag koffie. De geur van koffie is onlosmakelijk verbonden aan mijn jeugd. Wanneer ik hier over de tramrails naar school liep, dan rook je de geur van Douwe Egberts koffie.”
“ De geur van koffie is onlosmakelijk verbonden aan mijn jeugd. ”
De geur van versgebakken brood
“Toen mijn vader overleed was ik elf jaar. De hoofdmeester suggereerde dat ik misschien later de fabriek zou overnemen. Dus werd ik naar de technische school gestuurd. Vreselijk vond ik dat, alleen die geuren al van het lassen en zo. Uiteindelijk ben ik getest en zei mijn schooldirecteur tegen mijn moeder: ‘Mevrouw Spanninga, we weten een hele mooie school voor uw zoon.’ Mijn moeder en ik gingen diezelfde dag nog naar de bakkerij- en horeca-vakschool voor een rondleiding. Wat ik mij nog goed kan herinneren is dat ze net brood hadden gebakken, dat rook je overal. ik kreeg een lach van oor tot oor. ‘Hjir wol ik hinne’, oftewel hier wil ik naar toe. Als kind zat het er gewoon al in. Ik bouwde hutten en liet dan als eerste aan mijn vader zien waar de keuken zat en dan mocht ik daar pannenkoeken bakken.”
Werkplaatshoppen en maakmuseum
“Verderop in het museum zijn verschillende werkplaatsen. Het leuke vind ik, dat je kunt hoppen tussen de verschillende oude werkplaatsen. Je loopt bijvoorbeeld naar buiten, via de brug zo naar de oude drukkerij, de klokkenmakerij en een koperslagerij. De oude ambachten komen hier tot leven. In de drukkerij staat nog een pers die in de fabriek stond van mijn opa. Prachtig, toch?”
Het museum is leuk voor jong en oud. Het heet een ‘maakmuseum’. Overal kun je zelf iets maken, dat maakt het leuk. Zelf een theezakje vullen, een boekenlegger drukken, letters slaan. Ik laat natuurlijk wel even mijn kenmerk achter en sla met nagels en een hamer ‘lekker ite’ op het metalen bord. Ook kom ik graag op de pake en beppe-dagen die ze organiseren. Daar ga ik naar toe samen met mijn kleinkinderen. Dan doen we een speurtocht door het museum, dat is toch geweldig?”
-
Alle musea
-
Alle museum blogs