Blog: Op pad naar de kazemat
In mijn leven ben ik er misschien wel 300 keer langsgereden, maar nooit gestopt: het Kazemattenmuseum aan de Afsluitdijk. We bezochten wel bunkers in Frankrijk en Luxemburg, maar nu ben ik toch nieuwsgierig naar de Friese bunkers. Na een telefoontje met het museum of mijn hond Yfke mee mag, is het antwoord dat er een bak water voor haar klaarstaat. We gaan op weg naar het Kazemattenmuseum.
Huis des doods
In het bezoekerscentrum worden we hartelijk welkom geheten door gids Durk de Vries. Meneer de Vries - die ik eigenlijk geen meneer mag noemen - is de vrijwilliger die hier al het langst van iedereen rondloopt. Als jongen heeft hij de Tweede Wereldoorlog nog meegemaakt. Ik zit vol vragen en brand meteen los, want ik wil weten waar het woord kazematten vandaan komt. “Dat komt uit het Latijn en betekent zoveel als huis des doods”, vertelt de Vries. “Bunker is de Duitse benaming die veel vaker gebruikt wordt.” Ik vraag me af of hier ook Duitse gasten komen. “Ja hoor, na de Nederlanders vormen de Duitsers onze grootste bezoekersgroep. De generatie Duitsers die de oorlog zelf niet heeft meegemaakt is geïnteresseerd in ons verhaal en voor hen is het natuurlijk minder beladen.”
225 Nederlanders tegen 17.000 Duitsers
De kazematten op Kornwerderzand werden in 1932 bij de aanleg van de Afsluitdijk gebouwd om de spuisluizen te kunnen beschermen. In het voorjaar van 1940 moesten de verdedigingswerken al in gebruik worden genomen toen de Duitse bezetter oprukte. En met succes: de 225 Nederlandse soldaten die hier gestationeerd waren, wisten zo’n 17.000 Duitsers tegen te houden! Een bijzonder verhaal dat door de voormalige soldaten wordt verteld in een film aan het begin van de tentoonstelling. Op 15 mei moest het Nederlandse leger noodgedwongen capituleren. Dit betekende dat de soldaten uit de kazematten tegen hun zin de witte vlag moesten uitsteken en dat de kazematten voortaan door de Duitsers werden bezet. De Nederlandse soldaten en hun commandant kapitein Boers en ondercommandant Ham mochten gaan. De laatste twee werden een aantal jaren later gefusilleerd omdat zij in het verzet actief waren. In het museum is een brief van kapitein Boers te lezen, die hij de avond voor zijn dood aan zijn familie schreef. Op het terrein van het Kazemattenmuseum bevindt zich een monument voor deze mannen.
Een drukte van belang
Meneer de Vries, Yfke en ik gaan op pad door de loopgraven. We wandelen van bunker naar bunker. Momenteel zijn er vijf van de zeventien kazematten als museum ingericht. Onderweg komen we best veel mensen tegen: een Duits gezin, een opa met zijn kleindochters uit Zuid-Afrika, een aantal groepen die door gidsen wordt rondgeleid en verschillende vrijwilligers die tuinen en machines onderhouden. De Vries maakt met alle bezoekers en collega’s die hij tegenkomt een praatje. “Het is hier één grote familie”, vertelt meneer de Vries enthousiast. Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat er hier op woensdagmiddag zoveel actie zou zijn. Misschien was ik van tevoren een beetje bevooroordeeld en verwachtte ik een muf museumpje binnen te lopen. Maar niets is minder waar: in 2015 is begonnen met een totale herinrichting van het museum. Drie bunkers werden opnieuw ingericht en er kwam een multimediale expositie over de Atlantikwall bij. Het museum is zowel vanbinnen als vanbuiten consequent ingericht in een strakke, sobere presentatiestijl. Staal en beton overheersen en dat spreekt mij aan, bovendien goed passend bij de kazematten natuurlijk. Het blijkt meer mensen aan te spreken. Vorig jaar mocht het Kazemattenmuseum, ook door de komst van het Afsluitdijk Wadden Center, meer dan 17.000 bezoekers verwelkomen.
Levensecht
Yfke sjokt wat achter ons aan door de donkere, vochtige bunkers. Liever blijft ze buiten op het gras tussen de kazematten, daar heb je een schitterend uitzicht op het IJsselmeer dat vandaag mintgroen gekleurd is. Ik bedenk me hoe het moet zijn geweest om hier in angst te leven met meer dan tweehonderd mensen opeengepakt. Meneer de Vries laat het me allemaal zien: praten door spreekbuizen, slapen op stromatrassen, naar buiten kijken door een periscoop, afwachten wat er komen gaat... Plotseling word ik opgeschrikt door geknal. We zijn Kazemat VI binnengegaan en daar zit een levensechte soldaat op een groot kanon naar buiten te schieten, lichtflitsen links en rechts. Yfke geeft geen kik, ze blijkt bomproof. Maar laten we toch hopen dat we dit nooit in het echt hoeven mee te maken.
Bezoeken
Wat een mooie en interessante attractie, het kan niet anders dan dat de bezoekersaantallen blijven groeien. De Vries: “Al zouden alle mensen uit de buurt maar eens langskomen…” Ik zeg: gaan!
Openingsdagen en -tijden variëren, klik hier voor de actuele openingstijden.