'De worm heeft rode haren', 'Doe de groeten aan Jozef'. Met dit soort slagzinnen werden wapendroppings aangekondigd. In Friesland vonden er 24 plaats in de laatste maanden van de oorlog. Per dropping werden tot wel 24 containers gedropt, vol met wapens. Geweren, pistolen, bazooka's en allerlei explosieven. Bedoeld om de geallieerden te helpen bij hun opmars door Friesland. Friesland zou zichzelf helpen bevrijden, zo was het idee.
Bij de bevrijding van Friesland spelen de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) een grote rol. De NBS in Friesland bestaat (vanaf december 1944) uit de verzetsgroepen van de KP (Knokploegen), LO (Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers) en OD (Orde Dienst).
Zo’n ondergronds leger heeft natuurlijk wapens nodig. Voor de aanstaande sabotageacties, de bezetting van bruggen, sluizen en het gevangennemen van de vijand, krijgen 2500 tot 3000 NBS-ers een wapen. Van pistolen en mitrailleurs tot stenguns.
De wapens komen letterlijk uit de lucht vallen. Vanaf oktober 1944 vliegen Stirling en Halifax bommenwerpers vanuit Engeland 47 keer richting Friesland. Op zo'n 14 plaatsen in de provincie worden tenminste 24 geslaagde wapendroppings uitgevoerd. De bommenwerpers gooien containers met wapens, munitie en springstoffen aan parachutes boven de Friese weilanden naar beneden. Groepen NBS-ers staan 's nachts klaar om met lichtsignalen het afwerpterrein aan te geven en daarna de wapens af te voeren en te verstoppen.
Zoals hier bij Haskerhorne / Ouwsterhaule, waar vijf geslaagde droppings plaatsvinden. In de nacht van 1 op 2 november ‘44 worden er de geheim agenten Tazelaar en Faber met de laatste dropping per parachute afgeleverd.
Via geheime zenders worden met Londen de slagzinnen uitgewisseld die aangeven waar en wanneer een dropping plaatsvindt. Voor het contact tussen Engeland en het verzet over de droppings stuurt Prins Bernhard als opperbevelhebber van de NBS, twee geheime agenten van het Bureau Bijzondere Opdrachten (BBO) naar Friesland. Lykele Faber en Peter Tazelaar houden zich (vanaf november 1944), samen met marconist Alfred Springgate en hun radiozender lang schuil in een jacht op het meertje Nannewiid bij Oudehaske in het zuiden van Friesland.
De commando's N. De Koning en R. Groenewoud reizen ondertussen met valse papieren door de provincie om wapeninstructies te geven. Ze zijn eerder vanuit Engeland boven Drenthe gedropt en door de KP naar Friesland gehaald.
De wapendroppings en het verbergen van de wapens leiden regelmatig tot levensgevaarlijke situaties. De bezetters maken fel jacht op verborgen wapens. Op wapenbezit staat de doodstraf. Een dropping te Aalsum bij Dokkum leidt indirect tot de grootste massa-executie in Friesland van twintig mannen in Dokkum.
Op zondag 8 april geeft ‘Radio Oranje’ via de BBC de langverwachte slagzin door: 'de fles is leeg'. Voor de NBS is dit het sein om 36 uur later met sabotageacties te beginnen. De Canadese troepen zijn bijna bij de grens van Friesland. De wapens worden uit de opslagplaatsen gehaald. De NBS groepen komen bij elkaar op geheime locaties en de wapens en munitie worden uitgedeeld.
De verzetsgroepen hebben Friesland al voor een groot deel in handen voor de komst van de Canadezen. Alleen bij Harlingen-Makkum hebben de Duitsers voor de verdediging van de Afsluitdijk artillerie neergezet en moeten de Canadezen zware gevechten leveren. Het vasteland van Friesland is op 18 april helemaal bevrijd.
Blijf hier maar even bij dit paaltje staan en kijk maar eens goed om je heen. Zie je dat bosje daar recht voor je? Aan de overkant van het weilandje? Ssst, maak maar geen geluid. En kijk goed. Ja! Daar! Zie je de mensen? Ze zijn op zoek naar iets. Om te overleven. Zoals ik al zei is het niet alleen een tijd van armoede, maar ook van Veepest. Soms moeten hele stallen worden geruimd om verdere besmetting te voorkomen. De koeien worden dan begraven op plekken als hier tegenover. Later worden er dan bomen op geplant. Maar die mensen die naar nu aan het graven zijn? Dat zijn mensen die vanwege honger in het holst van de nacht op zoek zijn naar vlees dat ze nog kunnen eten. Veepest of niet…
Na het schelpenpad gaan we linksaf. We steken de weg over en lopen de Buorren in, naar de ingang van het vakantiepark. Het park zie je zo rechts van je, daar bij de zwarte poort. Daar stoppen we even. Wat een grote huizen staan hier, vind je niet? Luxe vakantiehuizen gericht op het water. Je ziet ze vanaf de Terhernster Puollen als skyline van Terherne. Ik ken deze plek heel anders. En dit is dan ook de plek die mij het meest aan het hart gaat. Ik vertel je waarom.
Daarvoor gaan we terug naar het jaar 1686 Ja, daar zijn we. Je staat nu op een verlaten en onverharde weg. Voor en achter je zijn weilanden, alleen Café Zevenwouden (het café dat hier links om de hoek staat) staat er al, net als die kleine huisjes eromheen die je vanaf hier al een beetje kunt zien.
Tsja, dit vakantiepark… Op deze specifieke plek… In mijn tijd was dit wel anders. Toen was dit een stuk weiland, dat na mijn dood een heel specifieke naam kreeg: ‘It Earmefintsje’, dat zoiets betekent als ‘weiland voor de armen’. En ik zal maar meteen met de deur in huis vallen: dit was mijn stuk grond. Ik liet het na aan de Doopsgezinde kerk met de restrictie dat de opbrengst ten goede moest komen aan de armen.
Dit was voor mij zo ontzettend belangrijk, dat ik zelfs op zijn grafsteen heb laten zetten dat dit stukje weiland ‘tot in den eeuwige dagen’ beschikbaar moet zijn voor mensen die het minder goed hebben. Wat denk jij? Was dit realistisch? Dit vertel ik je straks, bij mijn rustplaats.
Want we maken eerst nog een sprong naar 1840 en. bekijken nu eerst de bruine schuur achter je. Die in deze tijd, ‘Het Blauwe Hok’ heet, naar zijn eerste kleur. Loop er maar even heen. De verlaten onverharde weg waarover we net liepen, komt langs deze schuur en is het wagenhok van de rentenierswoning die hier achter staat, daar komen we zo. In latere tijden kerven de jongelui die uit het café kwamen hun ‘verkeringen’ in de achterdeur van deze schuur. Soms na een stiekeme of hartstochtelijke ontmoeting achter het wagenhok. De plaatselijke schilder draagt hier een warm hart voor en heeft deze liefdesverklaringen altijd in ere gehouden. Je moet goed kijken in deze achterdeuren. Zie jij ze? Of ben jij misschien nog één van die jongeren die zijn liefde hier vereeuwigde?
We lopen nu de bocht om.
Dit is de rentenierswoning. Op de deur staat nummer 13 – 15 en in de gevel naast de voordeur zie je een steen met de naam ‘Boetje’. De zoon van de eigenaar van dit huis woont op een boerderij verderop. Een elke keer als hij naar de kerk rijdt, stalt hij zijn paard en wagen in deze schuur.
Zoals ik al zei, ligt de oorsprong van het dorp op deze plek. Dit was het oorspronkelijke centrum van Terherne. Kijk maar rustig om je heen en loop een beetje rond.
We gaan eerst naar 1686, de tijd van het ontstaan van het‘Earmefintsje’.
Achter ’t Earmefintsje, waar we net stonden, ligt nog een vaart. De lykfeart, ofwel Lijkvaart. Deze vaart komt uit op het ‘t Far, het water dat hier naast café Zevenwouden ligt. Als er iemand overlijdt, wordt de kist in een praam vervoerd via deze vaart en legt men daar iets verderop aan. Tussen die oude huisjes achter het café loopt een heel smal steegje. Hier past preciés een doodskist doorheen. Ik heb ’s nachts wel eens het idee in één van de hoofden van de schippers gefluisterd om ervoor te kiezen via de Puollen om deze huisjes heen te varen en rechtstreeks bij het kerkhof aan te meren. Maar dat ging er met geen beweging in. Er heerst onder de mensen namelijk een stevig bijgeloof dat overledenen alleen via de Lykfeart vervoerd mogen worden, omdat het anders tot ongelukken zal leiden. De vaart wordt gedempt rond 1960. En dat is het moment in de tijd dat het dorp drastisch verandert.
Goed, ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik heb dorst gekregen. Als het café open is, gaan we naar binnen en nemen we er eentje aan de bar, of misschien is het warm genoeg voor het terras. Ga even rustig zitten. Dan vertel ik je een ander verhaal.