Sint-Nicolaaskerk Piaam
Piaam
Een vroeggotische kerk van gemêleerd gele kloostermoppen. Bouwkundig is vooral de vierzijdige koorsluiting interessant. Er zijn kleine rondboogvensters en een hagioscoop te zien. Ze herinneren aan de romaanse tijd. Zuidelijk in het koor vind je een...
Hier schon mal ein Vorgeschmack
Een vroeggotische kerk van gemêleerd gele kloostermoppen. Bouwkundig is vooral de vierzijdige koorsluiting interessant. Er zijn kleine rondboogvensters en een hagioscoop te zien. Ze herinneren aan de romaanse tijd. Zuidelijk in het koor vind je een groot gotisch spitsboogvenster met onder een opvallend stuk muur van rode bakstenen. Het is een vrij originele (en merkwaardige) steunconstructie voor het vernieuwde dak van omstreeks 1555.
De westgevel is vermoedelijk in de achttiende eeuw vernieuwd, inclusief de houten geveltoren met ingesnoerde spits. Het interieur is eveneens deels in de achttiende eeuw vernieuwd. Opvallend is de preekstoel zonder rugschot, waardoor het klankbord lijkt te zweven voor de witte achtergrond.
Extra informatie:
De kerk is in de 13de eeuw in vroeg-gotische stijl gebouwd van gemêleerd gele kloostermoppen. Laag in de twee smalle muren van de vierzijdige koorsluiting staan kleine rondboogvensters en een hagioscoop die nog herinneren aan de romaanse tijd. Zuidelijk staat in deze sluiting een groot gotisch spitsboogvenster met bakstenen vorktracering dat waarschijnlijk pas in de 15de eeuw is aangebracht. In de zuidmuur staan twee lancetvensters en boven een met kleine rode baksteen dichtgemetselde ingang zit nog een klein spitsboogvenster. Tijdens de restauratie van 1952-’53 is het gotische karakter met romaanse aspecten aangezet. De noordelijke muur is gesloten; er zit wel een dichtgemetselde ingang. Bij de vierzijdige koorsluiting met eerst twee brede en dan twee smalle zijden is een originele oplossing gekozen voor de overgang naar een aantal even grote dakschilden. Onder de dakvoet zijn togen gemetseld die op penanten rusten, precies onder de hoekkepers van de dakschilden. Het valt op omdat deze constructie is uitgevoerd in rode baksteen van klein formaat, dat vanaf het midden van de 16de eeuw in gebruik was. In 1555 wordt het Hof van Friesland toestemming gevraagd land te verkopen ten behoeve van het leggen van leien op het dak waarbij ook nieuw kaphout nodig is. Kort daarna zal de kap zijn gewijzigd mét de merkwaardige steunconstructie. De westelijke gevel is vermoedelijk in de 18de eeuw vernieuwd. Deze muur van kleine gele baksteen bevat de diepe, rondbogige ingang, een rechthoekig venster ter verlichting van een vertrek en beitelingen in de geveltop. De houten geveltoren met ingesnoerde spits is ook in de 18de eeuw totstandgekomen.
Inwendig bevestigen de betimmeringen van de voorruimten en het westelijke schotwerk binnen in de kerk dat deze partij in de 18de eeuw is vernieuwd. De kerkruimte wordt gedekt door een houten tongewelf met trekbalken, korbelen en muurstijlen. De eenvoudige preekstoel en het klankbord zijn niet door een rugschot met elkaar verbonden. De achtzijdige natuurstenen doopvont is modern. Het kerkmeubilair is eenvoudig en er hangen drie koperen lichtkronen.
Vroeggotisch
13de eeuw, geveltoren 18de eeuw
Protestants
Preekstoel, doopvont