Afgezien van een aantal spannende eerste oorlogsdagen in mei 1940 komt Pingjum rustig de bezetting door. In de aprildagen van 1945 verandert die situatie dramatisch. De terugtrekkende Duitse Wehrmacht vecht tegen het oprukkende Canadese leger met Pingjum als strijdtoneel...
Als in het voorjaar van 1945 duidelijk wordt dat de Duitse bezetter aan de verliezende hand is, vluchten veel leden van de Duitse Wehrmacht, landwachters en NSB’ers naar het westen. In Friesland begint op 12 april, vanaf oostelijke zijde een ‚grote trek‘ over de Afsluitdijk. Drie dagen later nestelt zich een groep Duitse scherpschutters in Pingjum. Ze moeten de Afsluitdijk met terugtrekkende Duitse troepen verdedigen tegen de oprukkende Canadese.
Witmarsum wordt op 16 april door de Canadezen bevrijd. In het nabijgelegen Pingjum weigeren de Duitse soldaten te capituleren. Daarop openen de Canadezen het vuur en leggen gedurende een nacht en een dag een tapijt aan mortiersplintergranaten over Pingjum. Het merendeel van de bevolking vlucht naar het naburige Arum dat reeds bevrijd is.
Wanneer de Duitsers een tweede ultimatum voor overgave negeren, volgt nog een aanval waarbij het dorp nagenoeg met de grond gelijkgemaakt wordt. Pas op 17 april rond half tien ‘s avonds arriveren de eerste groepen van de Queens Own Riffles of Canada en daarmee is het totaal gehavende Pingjum bevrijd.
In de huidige tijd is dit een druk knooppunt in Terherne. Een vernauwing in de grootste ader van het dorp. Dus kijk goed om je heen, blijf op de stoep, en pas op voor auto’s en fietsers. Hier aan de overkant staat het Schippershuis.
Het Schippershuis draagt haar naam sinds een aantal jaar weer met verve. ’t Schippershuis heet zo omdat deze plek in vroegere tijden een aanlegplaats voor schippers was. Het was een dranklokaaltje en een wachtlokaal van de beurtschippers. Dit punt in het dorp was een knooppunt, waar alle vaarroutes bij elkaar kwamen. Kijk maar eens om je heen. Vanuit Leeuwarden, Sneek, Heerenveen en Gorredijk. Rond 1900 werd het ook een hotel. Dit was in de tijd dat de Rijpkema’s ook dit horecapand in eigendom hadden. Dina Rijpkema kon heerlijk koken. Het was ook de tijd dat de eerste toeristen naar Terherne kwamen. Het was redelijk exclusief en er werd dan ook gesproken van ‘uitzonderlijk en verwende watersporters’, die kwamen eten. In deze tijd heette het nog Café Rijpkema. Deze naam bleef tot de tweede wereldoorlog en het pand is steeds uitgebreid.
We gaan verder en we gaan hier links de Stripe op. In deze straat doe ik weer een beroep op je inlevingsvermogen en maak ik een sprong in de tijd met je.
We zijn in 1886. Je bevindt je namelijk in het nieuwe economische zwaartepunt van Terherne. We lopen door deze drukke winkelstraat tussen de schippers, diens vrouwen en handelaren door. De pandjes aan je rechterkant zijn bedrijven en winkels die bijdragen aan de scheepvaart. Hier vind je alle handel voor boeren en schippers: van mast- blok en pompmaker, tot fouragehandelaar.
Tussen de winkels en de bedrijven zie je een paar rentenierswoningen, bijvoorbeeld op nummer 6 en 7. We lopen rustig verder naar het einde van de straat, naar de helling van Leemburg. Hier vind je het volgende paaltje.