Lager Wyldemerk
Harich
Das Lager Wyldemerk ist als Molukkensiedlung bekannt und wurde zu diesem Zweck 1952 errichtet. Der große Stein auf dem Gelände erinnert an diese Zeit. Das Lager war bereits im Zweiten Weltkrieg errichtet worden.
Hier schon mal ein Vorgeschmack
Das Lager Wyldemerk ist als Molukkensiedlung bekannt und wurde zu diesem Zweck 1952 errichtet. Der große Stein auf dem Gelände erinnert an diese Zeit. Das Lager war bereits im Zweiten Weltkrieg errichtet worden.
Das Lager auf dem Wyldemerk bei Harich wurde am 1. Juni 1942 vom Niederländischen Arbeitsdienst (NAD) in Betrieb genommen. Die Lager waren für arbeitslose ehemalige Offiziere der niederländischen Armee bestimmt, ergänzt durch Freiwillige. Im Lager wurde aktiv Nazi-Lehre verbreitet und Freiwillige mussten den Hitlergruß zeigen.
Es ist bekannt, dass auch Übungen durchgeführt wurden, nicht mit einem Gewehr, sondern mit einer Schaufel über der Schulter. Die Männer wurden an verschiedenen Orten eingesetzt. So halfen etwa 150 Männer bei der Kartoffelernte in Drenthe und bei der Arbeit am Startplatz der V2-Raketen im Rijsterbos. Mitte 1944 ging die Teilnahme an der NAD zurück.
Ab Februar 1945 wurden im Lager evakuierte Limburger untergebracht, die keinen Platz bei Gastfamilien im Gaasterland fanden. So erhielten beispielsweise einige evakuierte Limburger Großfamilien Unterschlupf sowie zehn alleinstehende „asoziale“ Limburger.
Nach der Befreiung wurde es ein Internierungslager für Angehörige niederländischer Kriegsverdächtiger. Danach lebten noch einige niederländisch-indonesische Familien in der Kaserne. Sie waren wegen des Krieges 1945-1949 aus Niederländisch-Ostindien geflohen.
-
Pingjum in puin
Pingjum in puin
Afgezien van een aantal spannende eerste oorlogsdagen in mei 1940 komt Pingjum rustig de bezetting door. In de aprildagen van 1945 verandert die situatie dramatisch. De terugtrekkende Duitse Wehrmacht vecht tegen het oprukkende Canadese leger met Pingjum als strijdtoneel...
Als in het voorjaar van 1945 duidelijk wordt dat de Duitse bezetter aan de verliezende hand is, vluchten veel leden van de Duitse Wehrmacht, landwachters en NSB’ers naar het westen. In Friesland begint op 12 april, vanaf oostelijke zijde een ‚grote trek‘ over de Afsluitdijk. Drie dagen later nestelt zich een groep Duitse scherpschutters in Pingjum. Ze moeten de Afsluitdijk met terugtrekkende Duitse troepen verdedigen tegen de oprukkende Canadese.
Witmarsum wordt op 16 april door de Canadezen bevrijd. In het nabijgelegen Pingjum weigeren de Duitse soldaten te capituleren. Daarop openen de Canadezen het vuur en leggen gedurende een nacht en een dag een tapijt aan mortiersplintergranaten over Pingjum. Het merendeel van de bevolking vlucht naar het naburige Arum dat reeds bevrijd is.
Wanneer de Duitsers een tweede ultimatum voor overgave negeren, volgt nog een aanval waarbij het dorp nagenoeg met de grond gelijkgemaakt wordt. Pas op 17 april rond half tien ‘s avonds arriveren de eerste groepen van de Queens Own Riffles of Canada en daarmee is het totaal gehavende Pingjum bevrijd.
-
